De cel is de kleinste eenheid binnen een organisme of
levend wezen dat alle genetische informatie van dat organisme bevat. Eukaryote cellen
bezitten een celkern die duidelijk omsloten is door een kernmembraan. De grootte van cellen varieert tussen 1
en 100 µm (1 µm = 1 miljoenste van een m). Ze zijn nog juist zichtbaar
door de lichtmicroscoop (vergroot tot 1000 maal).
Nieuwsgierig ?
Een mooi overzicht over de grootte van cellen, vind je op deze link
Structuur van de cel
Onderstaande figuur toont de complexiteit van de dierlijke cel.
Het celmembraan (Plasma membrane) is een dubbele laag fosfolipiden en eiwitten die zorgt voor:
- vorm en stevigheid van de cel.
- een selectieve barriëre
- uitwisseling van stoffen tussen de cel en de extracellulaire ruimte
- gevoeligheid van de cel voor signalen uit de omgeving
- bevat het erfelijk materiaal of DNA
- wordt gescheiden van celinhoud door het kernmembraan
Organellen zijn membraan-omgeven structuren die specifieke biochemische reacties en functies toelaten
- mitochondriën staan in voor productie van energie
- endoplasmatisch reticulum regelt de productie en transport van eiwitten
- lysosomen staan in voor afvalverwerking